Veel gestelde vragen : productinformatie

Rotan

Algemene informatie over Rotan Rotan.

De buigzame pracht. Rotan is een slinger- en klimplant die hoofdzakelijk groeit in de oerwouden van de Indische Archipel. Het is een wilde plant die alleen in de jungle voorkomt en niet aangeplant kan worden. Rotan behoort tot de palmachtige plantensoorten en komt voor in diktes van 3 tot 50 millimeter. Rotan is taai maar buigzaam, soepel maar sterk en vooral van een ultieme natuurlijke schoonheid. Eigenschappen die zich bij uitstek lenen voor de vervaardiging van meubelen. De rotanstengels worden in het oerwoud in handzame lengtes gekapt. Daarna worden ze gebundeld en met bootjes, lastdieren of dragers naar meer bewoonde gebieden gebracht. Daar wordt de buitenbast verwijderd en worden ze gewassen en ontdaan van leden. Nadat de rotanstengels gedroogd zijn, vinden ze hun weg naar ambachtelijke fabriekjes en thuiswerkers in het land van oorsprong.

Geen enkel rotanproduct is gelijk van vorm, kleur en afmeting. Door de seizoensinvloeden, de grilligheid van het materiaal, het tijdrovende handwerk en de cultuur van de makers, ontstaan relatief forse vorm- en kleurverschillen, die nog versterkt worden door het lakken en nabewerken. Kenners waarderen deze verschillen juist als hét teken van echtheid en pure charme van dit nonchalante natuurproduct. Waardeert u deze onvermijdelijke afwijkingen minder, dan kunt u beter kiezen voor kunststof alternatieven, zoals geperst vlechtwerk of loom. Deze machinaal gefabriceerde producten zijn bijzonder regelmatig van kleur en structuur. Rotan is een zeer milieuvriendelijk product. De meubelen zijn uitzonderlijk sterk en duurzaam en bestaan uit louter natuurlijke componenten. Bovendien worden rotan meubelen volledig met de hand vervaardigd zonder uitstotende industrie en afgewerkt met zeer weinig belastende lakken.

Grote diversiteit

Rotan is niet zomaar rotan. Er zijn diverse plantensoorten, grassen en boombladeren die voor rotan meubelen gebruikt worden en ook worden er verschillende delen van de planten gebruikt.

Manou (rotan)
De meestal rotan genoemde soort is manou, een liaanachtige plantensoort die voornamelijk in Azië groeit. De manoustengels zijn hard en zeer buigzaam en kunnen een grote lengte bereiken.

Pitriet
Pitriet komt uit het dikke deel van de rotanstok. Hiervan worden machinaal vlechtenstengels gevlochten van drie tot vier millimeter dik. Pitriet wordt in vele kleuren afgewerkt.

Pulut
Het jongste deel van de rotanstengel noemt men pulut. Het heeft een natuurlijk lichte en glanzende kleur, waarop u ook groeiringen kunt zien. In tegenstelling tot pitriet kan pulut niet gekleurd worden omdat de schil nog om de stengel zit. Pulut is daardoor uitstekend bestand tegen een vochtige omgeving.

De schil (peel, webbing)
Peel of webbing is de schil van de rotanstok. Deze wordt in repen gesneden en gebruikt voor het vlechtwerk, waarna het wordt afgewerkt met een al dan niet glanzende laklaag.

Zeegras
Zeegras is een grassoort van ongeveer 1 meter hoog die dicht bij de zee groeit. De zeer sterke bladeren worden tot touwen getwist voor de weaving. In de loop der tijd vervaagt de groene kleur naar een natuurlijk beige-groen.

Bananablad
Ook de bladeren van de bananenboom worden voor rotan meubelen gebruikt. Ze worden tot touwen gedraaid voor het vlechten. Bananablad heeft een natuurlijke, matbeige kleur. Abacca Abacca is een boomsoort waarvan de bladeren lijken op die van de bananenboom. De kleur is daarentegen natuurlijk bruin gemêleerd.

Cane (rotan)
Cane is een bamboe grassoort waarvan de stengels in meerdere delen worden gesplitst en waarvan vervolgens vlechtwerk wordt vervaardigd. Door de splitsing en het vlechten zitten er haartjes aan het cane die scherp aanvoelen.

Loom
Loom is geen natuurlijke rotanplant. Het komt oorspronkelijk uit Engeland en is een speciaal soort papier dat wordt bewerkt en tot koorden getwist. In de verticale koorden wordt tevens een metaaldraad verwerkt. Loom kan in vele kleuren afgewerkt worden.

Onderhoud Rotan

Rotan is een volledig natuurproduct en groeit in landen met een hoge luchtvochtigheidsgraad. Daar vindt ook de productie van de meubelen plaats. Als de gevlochten meubelen vervolgens naar ons land verscheept worden, komt het rotan in een totaal ander klimaat terecht; dit geldt nog sterker voor ons binnenklimaat in de winter. Door de centrale verwarming en de goede isolatie is de lucht in huis warm en zeer droog als er gestookt wordt om vervolgens ’s nachts weer sterk af te koelen. Rotan droogt hierdoor uit. Een goede manier om het rotan in goede staat te houden is ongeveer 1 keer per maand de meubelen te bevochtigen met een plantenspuit gevuld met ontkalkt water. U maakt de meubelen hierdoor tevens huisstofvrij.

Het gebruik van meubelolie, wassen of chemicaliën raden we ten zeerste af. Mocht de laklaag na verloop van tijd verminderen, breng dan zelf een nieuwe pantserlaag aan met bootlak. Zo kunt u vele, vele jaren genieten van de natuurlijke charme en exotische uitstraling van uw unieke meubel.

Natuursteen

Algemene informatie over natuursteen

Natuursteen wordt gewonnen uit steengroeven over de hele wereld. Het is een fascinerend materiaal. Elke steensoort heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis en daardoor zijn eigen kenmerken, uitstraling en “rimpels” uit de oudheid. Dat geldt zelfs binnen elke gewonnen partij. Steeds is er verschil in adering en kleur. In breuklijnen, haarscheurtjes, putjes, gaatjes of andere oneffenheden. Het zijn deze unieke kenmerken waaraan dit zeer milieuvriendelijke product zijn charme en karakter te danken heeft. Steen is dus nooit helemaal glad en gaaf. Algemeen geldt dat steensoorten die minder kleurnuances en adering hebben, zoals zwarte granietsoorten, een gladder en gaver oppervlak hebben. Bij de selectie en verwerking wordt bijzonder veel aandacht aan deze details besteed, zodat de natuurlijke kenmerken van elke steensoort behouden blijven in de uiteindelijke producten. Er zijn duizenden natuursteensoorten. Deze worden ingedeeld in diverse natuursteengroepen.

De belangrijkste voor het gebruik in meubels en interieurs zijn:
• Marmer (en travertin)
• Fossielsteen
• Graniet
• Splijtsteen (kwartsiet en leisteen)

Marmer (en travertin)

Marmer is een kristalachtig, relatief zacht en poreus gesteente dat ontstaan is uit afgezet kalksteen. Gedurende zeer lange tijd heeft het onder enorme druk gestaan en grote temperatuursverschillen ondergaan. Marmer bevat hoofdzakelijk calciet, dolomiet of een combinatie van beide mineralen. Puur calciet is wit van kleur, maar de aanwezigheid van minerale onzuiverheden voegen kleur toe in verschillende patronen. We herkennen marmer dan ook vaak aan de geaderde structuur van het uiterlijk van de steen. Een andere voorbeeld van een soortgelijk kalksteengesteente is travertin, een poreus, korrelachtig kalkafscheidingskristal dat uit diepe waterbronnen wordt gewonnen. Marmer en travertin zijn redelijk slijtvast, maar minder dan graniet. Ze zijn in beperkte mate hittebestendig en niet bestand tegen zuren in chemische schoonmaakmiddelen of fruit, zoals citroensap.

Fossielsteen

Fossielsteen is in de loop van duizenden jaren ontstaan uit de overblijfselen van prehistorische planten en dieren die onder zeer hoge druk zijn samengeperst en verhard tot steen. Fossielsteen wordt gewonnen op de Filippijnse eilanden. Het steen is niet gemakkelijk te verkrijgen. Fossielsteen wordt hoog in de bergen gevonden, uitgegraven en losgehakt.

Graniet

Graniet is geleidelijk afgekoeld magma. Het is een zeer hard stollingsgesteente dat onder druk ontstaat aan de binnenste ring van de aardkorst. Door langzame afkoeling, druk- en temperatuursverschillen kunnen mineralen, zoals veldspaat, kwarts en nevenmineralen, in een min of meer vast patroon zich vormen tot graniet. Graniet is korrelig van structuur en vaak herkenbaar aan de dichte structuur van het uiterlijk van de steen. Over het algemeen is graniet vaster van kleur en structuur dan marmer. Dankzij de extreme hardheid van graniet is deze steensoort hittebestendig, duurzaam, krasvast en nagenoeg onderhoudsvrij. Bovendien wordt het granieten meubel voorzien van een waslaag die de poriën opvult. Hierdoor wordt het graniet waterafstotend en laten vochtvlekken (vrijwel) geen sporen na.

Splijtsteen

Onder deze groep vallen de kwartsiet - en leisteensoorten. Kwartsiet en leisteen zijn zachter dan graniet, hebben een stroef oppervlak en kenmerken zich door de natuurlijk gevormde lagenstructuur. Hierdoor is deze steensoort splijtbaar. Leisteen en kwartsiet hebben beide een vochtopnemend vermogen, zijn redelijk krasgevoelig en niet bestand tegen zuren, zoals citroensap. Leisteen Leisteen is ontstaan uit klei. Het is een zogenaamd sediment afzettingsgesteente, dat ontstaat door afzetting in zee van door de rivieren aangevoerd puin en slib uit het door verwering afbrokkelende gebergte. Kwartsiet Kwartsiet is een zogenaamd metamorf gesteente. Het is ontstaan uit het sedimentgesteente zandsteen, dat tijdens een zeer lange periode een metamorfose ondergaat onder de enorme druk en temperatuurverschillen bij de vorming van gebergten.

Onderhoud Natuursteen

OnderhoudsTIPS
• Pas op met cola! Colavlekken zijn zeer moeilijk te verwijderen.
• Roestplekken kunt u voorzichtig verwijderen door met citroensap te deppen en vervolgens na te spoelen en te drogen.
• Gebruik nooit schuurmiddelen.
• Wees voorzichtig met natuursteen. Door stoten kunnen breuken en barsten ontstaan.
• Plaats nooit hete voorwerpen op het meubel.
• Pas op met zuren in schoonmaakmiddelen, voeding en fruit! Steensoorten als marmer, travertin en splijtsteen nemen vocht op en kunnen hier slecht tegen!
• Onbehandeld marmer, leisteen en kwartsiet zijn redelijk krasgevoelig. Pas dus op met scherpe voorwerpen en plak eventueel vilt onder voorwerpen die u op het steen plaatst.
• Plaats nooit hete voorwerpen op het meubel. Alleen graniet is hittebestendig.

Verzorging van natuursteen is noodzakelijk, maar hoeft niet moeilijk of tijdrovend te zijn. Afhankelijk van de mate van gebruik, adviseren wij het natuursteen zo’n 3 à 4 keer per jaar een onderhoudsbeurt te geven. Dit kan door op het natuursteen regelmatig een laagje siliconenwas aan te brengen met een zachte doek. Bij producten met een messing strip, dient u eerst de strip met koperpoets te behandelen voordat u de meubelwas aanbrengt. Dit is alleen van toepassing als u de messing strip wilt laten glanzen. Verder raden wij u aan het meubel regelmatig met een vochtige doek af te vegen. Let er op dat de vlekken zo snel mogelijk verwijderd worden, waarna met name fossielsteen goed droog moet worden gemaakt.

Voor het onderhoud van marmer en hardsteen moet onderscheid gemaakt worden tussen marmer met polyesterlak als afwerklaag en marmer zonder afwerklaag.

Bij gelakte steensoorten kunnen kleine krasjes vaak weggewerkt worden met een goede autopolitoer was. Ook voorkomt dit, bij regelmatig gebruik, vlekken van water en/of alcohol. Wel altijd eerst op een onopvallende plek testen. Bij onbewerkte steensoorten zoals arduin en leisteen kunt u een dun laagje zuivere bijenwas opbrengen of een goede autopolitoer was. Let op: Het politoeren en in de was zetten van steen beïnvloedt vaak de uitstraling en de kleur van de steen. Messing- en chroomdelen zijn zeer besmettelijk als het gaat om vingerafdrukken. Chroomdelen zullen dan ook af en toe met een speciaal middel behandeld moeten worden. Messingdelen kunnen met een natte doek, zonder schuurmiddel, afgenomen worden.

Meubelstof : Eigenschappen

Eigenschappen

Typische meubelstofeigenschappen
De eigenschappen van meubelstoffen zijn sterk afhankelijk van het type garen, de stofconstructie en de eventuele nabehandeling. Een viertal natuurlijke eigenschappen komt echter voor bij de meeste stoffen: shading, plooivorming, pletten en pilling.

Shading

Met shading of poolomloop wordt het ontstaan van schijnvlekken bedoeld. Deze grillige vlekken zien eruit alsof er met water op de stof is gemorst. Op de betreffende plaatsen liggen de polen niet overal in dezelfde richting. Afhankelijk van waar men naar het stofoppervlak kijkt, met de vleug mee of in de vleug, lijkt de stof donkerder van kleur. Met verkleuring heeft shading verder niets van doen. Het is een optisch effect dat verandert met de plaats van de waarnemer ten opzichte van de stof. Ondanks veel wetenschappelijk onderzoek is nog niet vastgesteld hoe shading ontstaat. Shading wordt internationaal door de meubelbranche niet als fabricagefout gezien.

Plooivorming

Een nieuw stoffen zitmeubel is in het begin nog strak en steriel. Het heeft enige tijd nodig om gezellig en uitnodigend te worden. Door gebruik ontstaat er een légère effect, oftewel plooivorming. Dit komt voort uit de natuurlijke rek die in de stof aanwezig is. Tevens passen vulling en vering zich in de beginfase aan en lopen ca. 10% in stramheid terug om uiteindelijk op ongeveer 85% van de nieuwwaarde constant te blijven. In de praktijk resulteert dit in goed waarneembare plooivorming op alle gestoffeerde meubelen.

Pletten

Als gevolg van lichaamswarmte, gewicht en vocht kunnen stoffen (met name velours) gaan pletten. Bij pletten is het belangrijk om tijdig de bewuste plaats met stoom te behandelen of deze gedurende een half uur met een vochtige doek te bedekken, waarna in beide gevallen de stof met een zachte borstel, egaal met de vleug mee, moet worden opgeborsteld (niet toepassen bij synthetische stoffen.) Daarna tenminste 6 uur laten drogen (oppassen met te hoge temperaturen bij chenille, polyacryl en polyamide).

Pilling

Zogenaamde pilling wordt veroorzaakt door losse vezeltjes die door draaiende beweging gaan vilten of klitten. Het is een verschijnsel dat op den duur verdwijnt. Met een pluizenkam (verkrijgbaar bij de drogist) wordt over het algemeen een goed resultaat geboekt. Als een lus is stukgetrokken, trek deze dan nooit uit, maar werk deze naar de achterzijde van de stof. Bij poolweefsel (weefsel waarbij de draadjes omhoog staan) nooit vuile plekken eruit krabben; u trekt dan de pool eruit. M en kan de duurzaamheid en de eigenschap van een stof niet relateren aan de prijs. Zo zijn er dure stoffen en stoftypen waarbij in het gebruik bovenstaande eigenschappen optreden.

Meubelstof : Soorten bewerkingen

Veloursstoffen

Bij velours zijn miljoenen vezeluiteinden (de polen) rechtop of liggend geweven, afhankelijk van het type stof en de verwerkte materialen. In gebruik is het mogelijk dat de pool enigszins gaat liggen, waardoor de stof plaatselijk lichter of donkerder van kleur wordt. Dit noemt men het pletten of het shading effect. Dit effect kan verholpen worden door regelmatig te borstelen, maar velen vinden dit juist de charme van veloursstoffen.

Mohairvelours

Mohairvelours bevat 70% tot 100% mohair, is sterk en heeft een grote veerkracht. Het is vuilafstotend en vervuilt minder dan andere vezels. Mohairvelours is verkrijgbaar in vele effen en gedessineerde uitvoeringen. Bij deze stof kan pletten of shading optreden.

Synthetische velours

Deze 100% synthetische poolstof heeft een grote slijtvastheid en is gemakkelijk in het onderhoud. Ook hier kan pletten en shading optreden. Synthetische stoffen zijn in vele effen en gedessineerde uitvoeringen leverbaar. Stoffen die gemaakt zijn met grote percentages polipropyleen zullen veel vuil aantrekken en daardoor slecht schoon te maken zijn.

Linnenvelours

Bij linnenvelours zijn de poolgarens samengesteld uit gesponnen vlas. Het is een sterke, maar niet veerkrachtige vezel, waardoor de pool in het gebruik plat gaat liggen. Bij wrijven neemt de pool altijd de gekozen richting aan, waardoor een levendige vleug ontstaat.

Katoenvelours

Ondanks een niet veerkrachtige pool plet katoenvelours niet of nauwelijks, omdat het zeer dicht geweven en kort van pool is. De stof voelt prettig aan en is leverbaar in vele kleuren en dessins, maar is minder kleurecht en vervuilt sneller dan bijvoorbeeld mohair of synthetische velours. Veelal hebben deze stoffen een vuilafstotende bewerking ondergaan.

Wollen velours

Het poolgaren van wollen velours bestaat geheel of gedeeltelijk uit scheerwol. Deze stof munt, evenals mohair, uit in elasticiteit, kleurechtheid en vuilafstotend vermogen. Deze laatste eigenschap is te danken aan het vetgehalte van de vezel. Ook hier kan pletten en shading optreden.

Wollen epling

Hierbij bestaat de pool uit een lus of een doorgesneden lus. Wollen epling heeft dezelfde eigenschappen als wollen velours.

Chenille stoffen

Chenille stoffen zijn platweefsels die op jacquard weefgetouwen worden vervaardigd in vele dessins, kwaliteiten en samenstellingen. Daarbij worden poolgarens van chenille toegevoegd om de stoffen een rijkere uitstraling te geven. Deze doorgaans getwijnde chenille garens staan in alle willekeurige richtingen, waardoor ze in het gebruik plat gaan liggen en zitindrukkingen duidelijk te zien zijn. Chenille stoffen zijn ontvankelijk voor vuil en vet en minder sterk dan bijvoorbeeld mohair of synthetische materialen. Vooral de lichte kwaliteiten en kleuren geven doorgaans snel een sterke verarming te zien.

Bouclé stoffen

Bouclé stoffen hebben bijna dezelfde uitstraling als chenille stoffen. Er wordt echter gebruik gemaakt van een andere weeftechniek, waardoor de stof zich sneller herstelt van pletten en een veel grotere slijtweerstand heeft. Evenals chenille stoffen zijn bouclé stoffen gevoelig voor vuil en vet.

Jacquard geweven gobelinstoffen

Jacquard geweven gobelinstoffen zijn platweefsel stoffen die in vele kwaliteiten, dessins en kleuren worden vervaardigd op zogenaamd jacquard weefgetouwen. In jacquard stoffen worden vaak verschillende garens verwerkt zoals katoen, polyamide, viscose etc. De levensduur wordt in belangrijke mate bepaald door de dichtheid van de weeftechnieken, het aantal bindingen per cm2 en de verwerkte materialen, veelal een mix van katoen en synthetische vezels.

Cretonne (bedrukte stoffen)

Voor cretonne stoffen wordt als basis meestal katoen of linnendoek gebruikt. Hierop heeft men door diverse druktechnieken een onuitputtelijk aantal dessins en kleuren weten te realiseren. Deze stoffen zijn echter gevoelig voor vuil en vet en hebben daarom vaak een vuilafstotende behandeling ondergaan. De levensduur is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het doek en type stoffering. Een softe stoffering wordt aanbevolen. Vooral de lichte kwaliteiten en de opdrukken met goud, zilver en parelmoer geven doorgaans een sterke verarming te zien en zijn vaak alleen voor decoratief gebruik geschikt.

Lamous

Als basis voor lamous wordt een geweven of gebreid gronddoek gebruikt, waarop een synthetische ‘non woven’ laag wordt geperst. Het typische uiterlijk van lamous verkrijgt men door op de stof losse vezels te strooien en deze door persing in de stof te verankeren. Door regelmatig borstelen blijft deze stofsoort zijn optimale uiterlijk behouden.

Lamous is erg makkelijk te reinigen. Zelfs hardnekkige vlekken als rode wijn of verf zijn eenvoudig te verwijderen. Na iedere behandeling met een in schoon water bevochtigde, zachte doek nawrijven en laten drogen. Geen föhn of hete lucht gebruiken.

Courtisane

De samenstelling van de courtisane stofkwaliteit bestaat uit 100% polyamide met een gronddoek van 33% katoen.

Zorine

Zorine is een microvezel suède met een lange vezellengte. Hierdoor voelt de stof zacht en soepel aan. In het gebruik kan, net als bij echte suède het geval is, de kwaliteit watruwer worden. Dit komt doordat de vezels dan van richting veranderen. Dit is geen pilling, maar een eigenschap van microvezel die gemakkelijk te verhelpen is met een dubbelzijdige suèdeborstel met aan de ene kant kopernaaldjes en aan de andere kant rubberen “haren”. Deze zijn onder andere te verkrijgen bij schoenwinkels. U kunt de stof in alle richtingen borstelen, als de laatste beweging maar altijd met de haarinrichting mee is.

Alcantara

Alcantara is een nieuwe microvezelstof die een geheel nieuwe dimensie heeft gegeven aan de wereld van bekledingsmaterialen. Alcantara is een Japanse uitvinding, maar de stof wordt geproduceerd in Umbrië in Italië en heeft daar ook zijn naam vandaan. De fabrieksnaam is de merknaam geworden en heeft inmiddels een magische klank verworven.
Het geheim van Alcantara schuilt in de combinatie van comfort, duurzaamheid en praktische bruikbaarheid. Alcantara wordt vervaardigd uit microfibers, samengesteld uit polyester (67%), polyurethaan (23%) en katoen (10%). De vezels zijn ruim 200 keer dunner dan de vezels van wol. Deze uiterst dunne microfibers geven Alcantara haar zachtheid en fluwelige bovenlaag, maar staan ook borg voor een hoge slijtvastheid en de mogelijkheid het materiaal te reinigen. Een andere eigenschap van Alcantara is dat het door het gebruik na verloop van tijd gaat pillen. Zie voor meer informatie het hoofdstuk over Typische meubelstofeigenschappen, pilling.

Meubelstof : Soorten

Soorten meubelstof

Meubelstoffen zijn tegenwoordig in alle soorten, maten en varianten verkrijgbaar.

Naar soorten vezels worden er drie hoofdgroepen onderscheiden:
• Meubelstoffen van natuurlijke materialen
• Meubelstoffen van halfsynthetische materialen
• Meubelstoffen van synthetische materialen

Daarnaast zijn er tal van mengvormen, weefvarianten en dessineringen, van velours tot jacquard en van cretonne tot alcantara.

Meubelstoffen van natuurlijke materialen

Eiwitvezels (dierlijk)

Wol

Wol is de meest voorkomende dierlijke vezel en is afkomstig van het schaap. De vezel van wol is zeer dun en heeft de vorm van een hol buisje waar lucht in zit. Door de schubjes aan de zijkant laat wol zich mooi vervormen. Wanneer wol te warm wordt, krimpt het in elkaar of treedt er vervilting op. Wol is een sterk materiaal en laat zich goed reinigen. Tevens is het goed te bewerken en neemt het pigment goed op. De vezels zijn circa 10 tot 15 cm lang.

Mohair

Mohair wordt vervaardigd van het haar van de angorageit en is de meest duurzame dierlijke vezel. Mohairvezels zijn sterk en bezitten een hoge slijtvastheid. De vezels munten uit door hun elasticiteit, kleurechtheid en hun kreukherstellend en vuilafstotend vermogen. De laatste eigenschap is te danken
aan het vetgehalte van de vezels. Het materiaal is sterker dan schapenwol, maar krimpt en vervilt ook.

Natuurzijde

Natuurzijde wordt vervaardigd uit het coconspinsel van de zijderups. Zijde is de sterkste natuurlijke vezel die er bestaat.

Cellulosevezels (plantaardig)

De bekendste stoffen die gemaakt worden uit plantaardige vezels zijn katoen en linnen. Ze zijn vaak mooi van kleur en uiterlijk en sterk. Beide stoffen hebben de eigenschap te kreuken en te pletten, maar dat is voor veel mensen juist de charme van deze stoffen.

Katoen

Katoen wordt gewonnen uit het vruchtpluis van de katoenplant. Na het plukken en het verwijderen van de zaden, wordt het katoen gesponnen, waarna het verwerkt kan worden. Katoen heeft van nature een draaiing in de vezel zitten, waarvan een klein stukje vezel geen schubben heeft. Wanneer het materiaal nat wordt, wordt het juist sterker. Katoen is niet zo makkelijk te vervormen als wol. Het product is van oorsprong een beetje dof, de glans ontstaat door de lichtinval. Het katoen is goed te bewerken, maar verschiet van kleur door lichtinval. Dit is snel en goed waarneembaar.

Linnen

Linnen is een zeer sterke, plantaardige vezel die voortkomt uit de bast van een vlasplant. Door zijn lange vezelstructuur en hoge gehalte aan wasachtige bestanddelen heeft linnen een mooie glans. Vlas heeft een mindere draaiing dan katoen. De structuur is grover en heeft verdikkingen. Linnen is nog sterker dan katoen en heeft nog meer kreukvorming.

Meubelstoffen van halfsynthetische materialen

Viscose

Viscose is uitgevonden door de Akzo in Arnhem. De viscosevezel wordt kunstmatig, via een chemische procedure vervaardigd uit vezels van houtcellulose. Hiertoe wordt eerst het hout verpulverd en vervolgens in een stollingsbad vermengd met chemicaliën. De vezel die zo ontstaat, staat ook bekend als kunstzijde, celvezel of rayon.
Viscose is de goedkoopste, maar ook een minder sterke vezel. Daarom wordt het materiaal vaak vermengd met katoen (60% katoen en 40% viscose.). Andere nadelen van viscose zijn dat het erg brandbaar is en dat het fluweelachtige oppervlak gevoelig is voor aanraking en vocht. Na een aantal dagen gebruik zullen de kussens bekleed met een gladde viscose chenille bekleding, een ‘shabby’ uiterlijk krijgen. Dit geeft een veranderlijke en marmerachtige uitstraling, karakteristiek voor viscose en linnen.

Onderhoud viscose

Wanneer de pool van een stof met viscose nat wordt, moet het vochtige gebied zo snel mogelijk drooggemaakt worden met bijvoorbeeld een haardroger. Daarna de pool opborstelen zodat deze weer gaat oplichten. Strijk nooit de juiste zijde (bovenzijde) van de stof.

Meubelstoffen van Synthetische materialen

Synthetische vezels worden vervaardigd uit producten van de olie- en chemische industrie. De chemische vloeistof wordt door kleine gaatjes geperst en wordt onmiddellijk hard. Zo ontstaan er harde draden. De synthetische vezels zijn sterk en bezitten een hoge slijtvastheid. Met sommige reinigingsmiddelen moet men oppassen, aangezien zij de vezels kunnen aantasten.

Nylon

Nylon is een afvalproduct van ruwe olie. Het is een zeer sterk materiaal en wordt vaak verwerkt met katoen of touw. Wanneer het materiaal warm wordt gaat het plakken. Nylon heeft weinig last van water en is goed te verven.

Polyester

Polyester is een gladde, ronde vezel waarin vaak al kleine zwarte puntjes voorkomen (geen mattering). Bij het afknippen van de vezel zal op deze plaats de vezel platter worden. Polyester wordt veel gebruikt als mengvezel bij katoen, wol en viscose.

Acryl

De acrylvezel is in verschillende doorsneden te vinden: de ronde vorm, de boonvorm, de haltervorm en de gelobde vorm. Bij de drie laatste vormen is een schijnlumen aanwezig. Vaak vertonen de vezels ook spleetjes in de lengterichting.

Polyamide

Polyamide bestaat meestal uit een rechte vezel, die eventueel gematteerd kan worden. Er bestaat ook een getextureerde vezel. Deze vezel heeft een grotere elasticiteit en is volumineuzer. Polyamide wordt, gemengd met wol, veel gebruikt in gordijnen en meubelbekleding.

Houtsoort : MDF

MDF wordt veel toegepast in de meubelindustrie. Het bestaat uit fijne houtvezels, die onder zeer hoge druk samengeperst worden. MDF is leverbaar in alle mogelijke kleuren.

Houtsoort : Fineer

Fineer is een dun laagje edelhout verlijmd op plaatmateriaal.

Houtsoort : Massief hout

Massief hout gebruikt in meubelen is niet zomaar massief hout. Uit de stam worden planken gezaagd die vervolgens weer bij elkaar gevoegd worden. Behalve bij de fijne houtsoorten is dit namelijk de economisch voordeligste oplossing. Het hout is echter wel hygroscopisch, dat wil zeggen dat het vocht absorbeert. Deze vochtigheid doet de vezels zwellen en leidt tot een vervorming van de vezels die loodrecht op het oppervlak staan. Daarbij komt dat bij alle houtsoorten waar delen van het hart van een boom zijn gebruikt, er na verloop van tijd werking optreedt. Vanwege die natuurlijke werking worden panelen daarom samengesteld uit delen die voorzien zijn van een groef en voldoende speling.

Houtsoort : Oud hout

Meubelen gemaakt van oud hout zijn sfeervol, karakteristiek en stuk voor stuk uniek. Er zitten krimpscheuren in, spijkergaten, houtwormgaten en er zijn kleur- en detailverschillen. Bovendien “werkt” het oud hout nog steeds. Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij eetkamertafels die worden gemaakt volgens het “mes-en-groef”-principe. Dit betekent dat er meer (of minder) ruimte tussen de planken van het bovenblad kan zitten. Meubelen van oud hout zijn afgewerkt met een waslaag. Houdt u er rekening mee dat deze meubelen vier keer per jaar in de was gezet dienen te worden. Op meubelstukken die in de was gezet zijn, ontstaan snel kringen als u er vochtige en/of warme spullen op plaatst, zoals kopjes, glazen en pannen. Het is daarom aan te raden onderzetters te gebruiken. Naast de vele houtsoorten zijn er ook verschillende houtverwerkingen, zoals massief hout, fineer, folie en MDF.

Houtsoort : Teak

Teak is de verzamelnaam voor verschillende hardhoutsoorten zoals teak, bangkirai, sisam of durian.

Vrijwel al het teakhout, en de daarvan gemaakte koloniale meubelen, wordt geïmporteerd vanuit India, Indonesië of Zuidoost-Azië. De grote klimaatverschillen tussen Azië en Europa zorgen ervoor dat het hout blijft werken. Dit betekent dat tijdens het gebruik teakhout scheurt, trekt of krimpt. Dit is niet te voorkomen en geeft juist het authentieke karakter aan de meubelen van deze houtsoort.

Er zijn twee soorten teak: nieuw teak en oud teak.

Nieuw teak

Nieuw teak wordt ook wel ‘Djati’ genoemd. Het is bijzonder gewild onder meer vanwege de prachtige tekening in het hout. Teakhout voor de meubelindustrie wordt verbouwd op speciale plantages. Bij deze plantages wordt constant aan jonge aanplant gedaan. Nadat de boom gekapt is en verzaagd, wordt het hout in de openlucht gedroogd. Vers gekapt hout is groenachtig tot geelbruin en verkleurt in het zonlicht direct naar goudbruin. Hierdoor ontstaan grote kleurverschillen. Het drogen in de openlucht en de grote klimaatverschillen tussen Europa en Azië hebben ook tot gevolg dat het vochtpercentage in het hout sterk wisselt, waardoor trek- en krimpscheurtjes kunnen ontstaan. In de drooggestookte Europese huizen verliest het hout soms wel 12 tot 14% vocht!


Oud en gebruikt teak


Oud teak ofwel ‘Dinkle’ hout wordt hoofdzakelijk verkregen uit sloopobjecten van bijvoorbeeld oude huizen, vloeren, schepen, oude meubelen en banken. Na de droging (Killingdry) en uitsortering blijven de handgemaakte meubelen hun karakteristieke uitstraling behouden. Houtstructuren, kleurverschillen en inzetstukken geven elk handgemaakt product een eigen, unieke uitstraling. Maatverschil komt voor in dikte, breedte en hoogte mede door de verschillende meubelmakers. Zelfs het beslag op de meubelen is met de hand vervaardigd en daardoor nooit gelijk.

NB: Teakhouten meubelen worden vaak onbehandeld naar Europa verscheept en krijgen hier de finish. Dit kan zijn met olie, was, lak of houtzeep. Sommige blijven ook onbehandeld, dat wil zeggen zonder beschermende finishlaag. Het is belangrijk om de meubelen zo spoedig mogelijk nadat ze bij u staan te behandelen met daarvoor geschikte onderhoudsmiddelen en de behandeling hierna twee tot drie maal per jaar te herhalen.

Houtsoort : Eiken

Het hout van de aloude eikenboom wordt al sinds mensenheugenis voor meubels gebruikt. Deze harde houtsoort heeft dan ook ideale eigenschappen. Een warme en degelijke uitstraling, een goede verwerkbaarheid en een betere krasbestendigheid dan bijvoorbeeld vuren en grenen. De nerf van eikenhout varieert in fijnheid, afhankelijk van de soort, en bevat meer of minder noesten.

Houtsoort : Beuken

Een relatief zeer harde houtsoort is afkomstig van de beukenboom. Deze loofboom groeit onder meer in Europa, West–Azië, Noord-Amerika en Japan. Beukenhout kent een fijne, gelijkmatige nerfstructuur en de kleur is wit tot lichtbruin. Gestoomd beuken is roze tot lichtrood van kleur. Beuken wordt veel verwerkt in Scandinavische meubelen.

Hout : Algemene Informatie

Op aarde groeien liefst 400.000 soorten hout. Zo’n 200 daarvan vinden hun weg naar de meubelindustrie. Elke soort heeft zijn eigen kleur, hardheid en nerfstructuur en omdat hout een natuurproduct is, komen er ook binnen elke soort weer verschillen in kleur en structuur voor. Het hout voor de meubelindustrie is veelal afkomstig van naald- en loofbomen.
Naaldbomen kenmerken zich voornamelijk door een snelle groei, waardoor het een zachtere houtsoort is. Voorbeelden hiervan zijn vurenhout en grenenhout. Loofbomen kenmerken zich door een langzame groei, waardoor het hout meestal harder is. Deze harde houtsoorten hebben elk hun eigen, karakteristieke nerfstructuur, die het hout een rijke, degelijke en luxueuze uitstraling geeft.Voorbeelden hiervan zijn eiken, noten, mahonie, berken, kersen, en tropische hardhoutsoorten als teak, bangkirai en sisam.

Leder : Algemene informatie

Leder

Introductie Leder.

Van dierenhuid naar meubelstoffering met karakter.
Leder is een duurzaam natuurproduct, stijlvol en gemakkelijk in onderhoud. In de meubelindustrie worden voornamelijk huiden van runderen, schapen en kalveren verwerkt. Voordat een dierenhuid meubelleder is, ondergaat de ruwe huid een aantal bewerkingen. Looien Looien is de behandeling om de ruwe huid soepel te maken en bederf te voorkomen. Er zijn drie manieren om leder te looien. Bij plantaardig looien wordt gebruik gemaakt van plantaardige extracten, bij organisch looien worden oliën van waterdieren gebruikt en bij chroomlooien worden chroomzouten gebruikt. Deze laatste techniek wordt het meeste toegepast.

Splitten

Splitten is het in twee lagen splitsen van de huid. De buitenlaag ofwel de haar- of nerfzijde levert het meest waardevolle meubelleder op en wordt verwerkt tot aniline, tuigen nubuckleder. De splitzijde, de onderlaag, wordt gebruikt voor splitleder of suède. Aniline kleuren Bij aniline leder wordt het leder in ronddraaiende vaten met synthetische kleurstoffen op kleur gebracht, net zolang tot het zo goed mogelijk door en door gekleurd is.

Finishen

Na het vatverven wordt de huid, meestal uit praktische overwegingen, van een beschermlaag voorzien. Dit noemt men ook de finish-, onderhouds-, slijtage- of laklaag. Omdat leder een natuurproduct is, draagt het ook de sporen van voor de bewerking. Littekens van insectenbeten, schrammen en soms zelfs nekrimpels kunnen in uw meubel te herkennen zijn. Andere plaatsen hebben weer een iets grovere structuur. Net als de knoesten in hout hoort dit bij het product, vermindert het de gebruiksduur niet en geeft het juist dat specifieke karakter. En net als bij vele andere natuurproducten wordt leder in de loop der tijd rijker, voller en warmer. In het gebruik ontstaan namelijk plooien, het zogenaamde légère effect, die het leder een nonchalante, charmante en gezellige uitstraling geven. De plooien ontstaan dankzij de natuurlijke rek die in het leder zit en het minder stram worden van de vulling en vering (ca. 10 tot 15%, waarna het constant blijft). Bij goed gestoffeerde lederen meubelen is rekening gehouden met deze verfraaiende eigenschappen.

Copyright © De Groot Wonen